Om je alles over het museum en over Vincent van Gogh nóg beter te kunnen laten zien, gebruiken we cookies. Als je op akkoord klikt, geef je toestemming voor dit gebruik. Met cookies zorgen we ervoor dat de website goed werkt. Ook analyseren we het gebruik van de site, zodat we verbeteringen kunnen aanbrengen. Verder kunnen we advertenties tonen op basis van je interesses. Tot slot gebruiken we cookies om video’s en andere inhoud te tonen, zoals formulieren en Google Maps.
Meer weten? Lees meer over onze cookies.

Ontmoet
Vincent

Zijn onvervulde liefdes

Het verhaal van Vincents liefde voor vrouwen gaat vooral over tegenslag in de liefde. Verlangens en behoeften had hij genoeg, maar echt gelukkig in de liefde is Vincent nooit geworden. Waarom wilde het maar niet lukken?

Ik voor mij heb nog voortdurend de meest onmogelijke en zeer weinig voegzame liefdehistories waar ik in den regel slechts met schade en schande afkom.


Aan zus Willemien vanuit Parijs, eind oktober 1887

Vroeg verlangen

In zijn jonge jaren deed Vincent – zover we weten − huwelijksaanzoeken aan drie vrouwen: Caroline Haanebeek in 1872, Eugénie Loyer in 1873 en Kee Vos-Stricker in 1881. Alle tevergeefs, door verschillende oorzaken.

Fataal

De 80ste verjaardag van opa Stricker, Vincents oudoom. Tweede van links is Caroline Stockum-Haanebeek

Fataal

“Ik zag af van een meisje & ze trouwde met een ander en ik ging ver van haar weg en bleef haar toch in de gedachten houden. Fataal”, schreef Vincent in 1881 aan Theo over Caroline.

Zij en haar zus Annet, op wie Theo verliefd werd, waren hun achternichtjes van moederszijde. Voor beide broers eindigde de verliefdheid triest: Annet werd ziek en stierf, Caroline trouwde met Willem van Stockum.

Broer en zus

Eugénie Loyer zit helemaal links

Broer en zus

Toen Vincent in 1873 in de leer ging bij kunsthandel Goupil in Londen, vond hij onderdak bij een hospita. Sarah Ursula Loyer runde een jongensschooltje met haar dochter Eugénie.

Vincent en Eugénie konden het ‘als broer en zus’ goed vinden, maar meer zat er niet in. Eugénie bleek heimelijk verloofd met Samuel Plowman. Lang treurde hij er dit keer niet om. “Het gaat mij all right, ik heb het druk”, liet hij Theo weten.

Nooit, neen, nimmer

Kee met haar zoon Jan, 1879-1880

Nooit, neen, nimmer

Tijdens een bezoek aan zijn ouders in Etten trof Vincent in 1881 zijn nicht Kee Stricker. Kee logeerde daar omdat ze pas weduwe was geworden en Vincents gevoelens sloegen op hol. Hij schreef Theo: “Ik wilde U zeggen dat ik dezen zomer zooveel ben gaan houden van Kee Vos dat ik er geen andere woorden voor kon vinden dan ‘’t is net of Kee Vos mijn naaste is en ik de naaste van Kee Vos’. en ─ die woorden heb ik tot haar gezegd.”

Kee zag niets in haar neef als huwelijkskandidaat: “Nooit, neen, nimmer” was haar antwoord op zijn herhaalde aanzoek.

De Geldersekade in Amsterdam omstreeks 1875. Kee woonde op nummer 77

Vincent liet zich niet afschepen en hij stalkte Kee met brieven. Ze verschool zich bij haar ouders in Amsterdam, waar Vincent verhaal kwam halen. Toen de koppige aanbidder haar weer eens niet te zien kreeg, stak hij zijn hand in de lampvlam. Kee’s ouders bliezen resoluut de lamp uit en zetten hun neef buiten.

Een paar jaar later schreef Vincent aan Theo over deze liefde: “Een enkel woord dat we er over spraken […] deed mij voelen daaromtrent in mij niets is veranderd, dat het is en blijft een wond waar ik over heen leef doch die in de diepte zit, en niet heelen kan […]”.

Geef ons Haar te ontmoeten op onzen weg, geef dat Mevrouw van Gogh nog eens voor ons in den wagen zitte. Amen.


Aan Theo vanuit Dordrecht, 1877

Betaalde liefde

Vincent groeide op in een burgerlijk milieu en leerde twee typen vrouwen te onderscheiden. Dames uit zijn eigen klasse zag hij als ‘hogere wezens’. Sociaal mindere vrouwen, zoals prostituees, bekeek hij met mededogen. Maar net als zijn moderne tijdgenoten bracht hij juist díe vrouwen graag in beeld.

’t Is niet voor ’t eerst dat ik geen weerstand kon bieden aan dat gevoel van genegenheid, bepaald genegenheid en liefde voor die vrouwen die de dominés zoo verdommen en uit de hoogte van af den preekstoel veroordeelen en verachten.


Aan Theo vanuit Etten, ca. 23 december 1881

Sien

In Den Haag plukte Vincent in 1882 Sien Hoornik van straat, een zwangere prostituee met een dochtertje. Hij nam haar mee naar zijn kleine atelierwoning. Even leek Vincents immense verlangen naar een gezin vorm te krijgen. Maar al snel kwam de klad erin. Na anderhalf jaar vertrok Vincent naar Drenthe − alleen.

Twee ongelukkigen

Vincent van Gogh, Kop van een vrouw, 1882 - 1883

Twee ongelukkigen

“Ik heb een minder hartstogtelijk gevoel voor haar dan verl. jaar voor Kee Vos, maar eene liefde zooals die voor Sien is het eenige waar ik nog vatbaar voor ben […] Zij & ik zijn twee ongelukkigen die elkaar gezelschap houden en den last zamen dragen en juist daardoor wordt het ongeluk in geluk veranderd en wordt het ondragelijke dragelijk.”

Aan Theo vanuit Den Haag, 1-2 juni 1882

Zoon

Vincent van Gogh, Baby, 1882 - 1883

Zoon

Na de geboorte van baby Willem – geen zoon van Vincent, zoals wel is gesuggereerd – leefden Vincent, Sien en de kinderen een tijdje min of meer tevreden samen. Maar Sien was een lastig portret, net als Vincent, en ze hadden continu geldgebrek. Zo ging Theo’s toelage deels op aan Siens medicijnen, de huishuur van Siens moeder en spullen voor de baby.

Vincent van Gogh, Naaiende vrouw met meisje, 1883

Van twee kanten legden de families druk op het ‘gezin’. De Van Goghs keurden de relatie af en een huwelijk was helemaal onbespreekbaar. Moeder Hoornik zag Sien liever geld verdienen op straat, waarvan zij meeprofiteerde. Met succes: Sien bleef steeds vaker nachten weg.

Vincent voelde het misgaan en vertrok met zijn schilderspullen naar Drenthe. Vol weemoed, want hij was inmiddels dol op de kinderen, vooral op kleine Willem.

Ideaalbeeld

Vincent van Gogh, Bloeiende boomgaard met paartje: lente, 1882

Ideaalbeeld

Dit boerenpaar in een bloeiende lenteboomgaard schilderde Vincent in oktober 1882. Het contrast met zijn eigen leven, in de drukke stad Den Haag met de moeizaam verlopende relatie, kon haast niet groter zijn. Had hij juist op dit moment behoefte aan een hoopvol ideaalbeeld?

Modellen uit het leven

Vincent hield van modellen waar ‘het leven overheen was gegaan’. Hij gebruikte deze uitdrukking in verband met Sien, die ook voor hem poseerde. Al dan niet bewust koos Vincent hiermee een onderwerp uit de moderne schilderkunst. Daarin waren prostituees een symbool van het moderne (stads)leven.

Uit het leven

Vincent van Gogh, Kop van een vrouw, 1885

Uit het leven

Voor Vincent was de keuze voor prostituees als model overwegend praktisch – degelijke burgerdames wilden niet eens door hem worden geportretteerd.

Vincent van Gogh, Portret van een vrouw, 1885

Prostituees waren goedkope modellen en makkelijk benaderbaar. Maar bovenal vond Vincent hun koppen interessant, die door het zware leven waren getekend. Deze vrouw schilderde hij in Antwerpen.

Uit de kleren

Vincent van Gogh, Studie voor `Liggend vrouwelijk naakt', 1887

Uit de kleren

Nu en dan wist Vincent een vrouw van de straat te strikken, maar weinig modellen wilden helemaal naakt poseren. Deze Parijse pierreuse (tippelaarster) − volgens schildervriend Emile Bernard − vond Vincent hiertoe wél bereid.

Hij maakte verschillende tekeningen en schilderijen van haar in een wellustige houding, waarbij hij zijn nieuw ontdekte streepjestechniek in de praktijk bracht.

Vincent van GoghStudie voor `Liggend vrouwelijk naakt', 1887)
Vincent van Gogh, Liggend vrouwelijk naakt, 1887, The Barnes Foundation, Merion, Pennsylvania
Veilig

Vincent van Gogh, Het bordeel, 1888, The Barnes Foundation, Merion, Pennsylvania

Veilig

Deze bordeelscène schilderde Vincent tijdens zijn verblijf in Arles, in 1888. Betaalde liefde was in zijn tijd een normale ‘hygiënische daad’, die hoorde bij het mannenleven.

In zijn brieven aan Theo sprak Vincent erover in bedekte termen, en met zijn schildersvrienden zelfs vrij openlijk. Allen bezochten regelmatig bordelen. Die stonden bekend als ‘veilig’, in tegenstelling tot de openbare prostitutie op straat.

Ik zou wel eens bij een vrouw willen zijn, ik kan niet leven zonder liefde, zonder vrouw. Ik zou geen dubbeltje geven om ’t leven als er niet iets oneindigs was, iets dieps, iets werkelijks.


Aan Theo vanuit Etten, ca. 23 december 1881

Zorgenkind

In het domineesgezin Van Gogh waren veel zorgen over Vincents moeizame liefdesleven. Vader en moeder voelden zich ongemakkelijk over de familiekwestie met Kee, om niet te spreken van Vincents trouwplannen met de volkse én katholieke Sien.

En toen dat alles achter de rug was, kwam Vincent met wéér een problematische kandidate: hun eigen buurvrouw.

Zwanger

Vincent van Gogh, Kop van een vrouw (Gordina de Groot), 1885

Zwanger

In Nuenen kwam Vincent in contact met boerendochter Gordina de Groot, één van de ‘aardappeleters’. Toen Gordina zwanger bleek, wist iedereen zeker dat ‘het schildersmenneke’ er iets mee te maken had.

Vincent ontkende en later is ook aangetoond dat hij de vader niet was. Hoe dan ook, de pastoor kreeg genoeg van alle kletspraat en beloofde zijn dorpelingen te betalen als ze niet meer voor Vincent zouden poseren.

Vincent van Gogh, Kop van een man, 1884 - 1885

Vincent liet het er niet bij zitten. Na bezoek aan Antwerpen vertelde hij een vriend:

“Ik heb van mijn reis wat meegebracht om die lamme kerel in Nuenen ook eens een plezier te doen.” Die vriend was erg benieuwd wat dit zou kunnen zijn, en toen liet Vincent een paar dozijn kapotjes zien: “die zal ik in Nuenen eens onder de boerenjongens uitdelen, en eens kijken wat dat uitwerkt.”

Of Vincent het echt heeft gedaan − en hoe het ‘uitwerkte’ − weten we helaas niet.

De buurvrouw

Margot Begemann (1841-1907)

De buurvrouw

In 1884 trok Vincent weer in bij zijn ouders in Nuenen. Margot, de tien jaar oudere dochter van de buren, beantwoordde zijn avances. Maar hun voorgenomen huwelijk werd tegengehouden, met name door Margots zussen.

De verhouding eindigde dramatisch toen Margot, onder druk van alle roddels, een zelfmoordpoging deed met rattengif. Ze overleefde, maar de relatie was niet meer te redden.

Vader en moeder Van Gogh spraken over Vincent vooral met Theo. Als ‘mediator’ van het gezin briefde Theo hun mening dan door aan zijn broer.

Theodorus

Vader Theodorus van Gogh (1822-1885)

Theodorus

“De zaak met Margot blijft hem zeer bezig houden. Wij doen ons best hem tot kalmte te brengen dat nu eerste behoefte is, maar zijne levensbeschouwing en zijne vormen zijn zoo verschillend van de onze, dat het de vraag is, of samen wonen op één zelfde plaats kan blijven voortduren op den duur.”

Vader Theodorus van Gogh aan Theo, 2 oktober 1884

Anna

Moeder Anna van Gogh-Carbentus (1819-1907)

Anna

“Ik ben altijd zoo bezorgd dat waar Vincent ook komt of wat hij doen zal hij het door zijn zonderlinge en wonderlijke denkbeelden en opvattingen van 't leven overal zal afbreken.”

Moeder Anna van Gogh aan Theo, 7 juni 1878

Theo

Broer Theo van Gogh (1857-1891)

Theo

“Dat je van zienswijze verschilt met mensen die hun ganse leven buiten hebben gewoond en niet in de gelegenheid zijn geweest om het moderne leven mee te leven, is niet anders dan natuurlijk. Maar wat bliksem maakte je zo kinderachtig en zo onbeschaamd om op de manier waarop je het aangelegd hebt Pa & Moe het leven bitter en bijna onmogelijk te maken.”

Theo aan Vincent, 5 januari 1882

Parijs, stad van de liefde

In Antwerpen begon Vincent in 1885 te tekenen in danszalen en theaters. Het uitgaansleven was ook in de kunst een nieuw onderwerp. Daarnaast schilderde Vincent koppen van prostituees − dat was zo mogelijk nóg moderner. Het jaar erop in Parijs sloot hij zich aan bij een groep jonge kunstenaars. Zij schilderden het bruisende stadsleven én de bordelen van Montmartre.

Discreet

Henri de Toulouse-Lautrec, Prentenserie Elles, 1896

Discreet

De maisons closes, bordelen, vormden een aparte categorie van het Parijse uitgaansleven. Vincent werd geïntroduceerd door Henri de Toulouse-Lautrec.

Zelf maakte Toulouse-Lautrec later een serie litho’s met dit thema. Deze prent vormt het omslag: een vrouw schikt haar kapsel, een mannenhoed ligt suggestief op het bed. Toulouse-Lautrec exposeerde de serie in twee afgesloten kamers van een galerie waarvan hij alleen de sleutel had ─ even discreet als het onderwerp zelf.

Stelletjes kijken

Vincent van Gogh, Guinguette, 1887

Stelletjes kijken

Geïnspireerd door zijn nieuwe schildervrienden bezocht Vincent allerlei uitgaansgelegenheden, mét tekengerei. Hier het buitencafé (guinguette) bij de Moulin du Blute-Fin.

Er kwamen vooral stelletjes om, zo schreef een tijdgenoot, “rondjes te draaien op de houten paarden tussen de jeux divers en de bosjes waarachter de eethoeken schuilgingen. Gefluister doorvlochten met kussen en gelach. Hier zoals elders, zoals overal, is het de liefde die triomfeert…”

Een bonte stoet

Henri de Toulouse-Lautrec, Spaanse danseres, 1883 - 1885

Een bonte stoet

De Franse kunstenaar Henri de Toulouse-Lautrec werd haast synoniem met het Parijse nachtleven. Hij voelde zich thuis in etablissementen zoals Le Chat Noir, Le Cirque Fernando, waar hij een bonte stoet artiesten in beeld bracht: de vrouwelijke clown Cha-U-Kao, danseres 'Môme Fromage', cancandanseres 'La Goulue', slangenmens 'Valentin le Désossé' en de Spaanse danseres 'La Macarona'.

Vincent ontmoette Toulouse-Lautrec via Emile Bernard en raakte met hem bevriend.

Henri de Toulouse-Lautrec, Moulin Rouge, La Goulue, affiche voor de danszaal Le Moulin Rouge, 1891

Henri de Toulouse-Lautrec, Zittende clown (juffrouw Cha-u-ka-o) (La clownesse assise (Mademoiselle Cha-u-ka-o)), 1896

Agostina Segatori

Het blijft vaag wat zich precies heeft afgespeeld tussen Vincent en Agostina Segatori, de Italiaanse uitbaatster van restaurant Le Tambourin, aan Boulevard de Clichy. De twee hadden een relatie van december 1886 tot mei 1887.

Volgens de schilder Paul Gauguin was Vincent ‘erg verliefd’ op Agostina. Maar ook deze vriendin bleek een bron van problemen.

Portret

Vincent van Gogh, In het café: Agostina Segatori in Le Tambourin, 1887

Portret

Hier portretteert Vincent Agostina aan een van de ‘tamboerijn’-tafeltjes, waaraan haar café zijn naam dankte. De zaak was geliefd bij kunstenaars, die er mochten exposeren. Ook Vincent toonde er eigen werk.

Bernard beweerde later dat Agostina Vincent gratis maaltijden gaf in ruil voor schilderijen, meest bloemstillevens.

Detail van 'In het café: Agostina Segatori in Le Tambourin', 1887

Eens stelde Vincent in Le Tambourin Japanse prenten tentoon uit zijn eigen verzameling. Ze hangen op dit schilderij aan de muur, rechts van Agostina.

Toen haar café failliet ging, werd beslag gelegd op de schilderijen van Vincent die zich daar bevonden. Hij zag ze nooit terug.

Geliefden

Vincent van Gogh, Tuin met geliefden: Square Saint-Pierre, 1887

Geliefden

Vincent moet echt gesteld zijn geweest op Agostina Segatori. In de periode dat ze met elkaar omgingen, maakte hij een aantal schilderijen met verliefde paartjes.

Het meest beroemd werd Tuin der geliefden, een romantische visie op het parkje van Square Saint-Pierre. Zou het kunnen zijn dat Vincent hier zichzelf afbeeldde ─ in blauwe kiel met strohoed ─ naast de dame met de parasol?

Moeilijke positie

De Italiaanse (Agostina Segatori), 1887, Musée d’Orsay, Parijs

Moeilijke positie

“Wat la Segatori betreft, dat is een heel andere zaak. Ik voel nog genegenheid voor haar en ik hoop dat zij dat ook nog voor mij voelt. Maar momenteel zit ze in een moeilijke positie, ze is niet vrij en ook geen baas in eigen huis, daarbij komt dat ze zorgen heeft en ziek is”, schreef Vincent in 1887 aan Theo.

Vincent van Gogh, Portret van Agostina Segatori, 1887

Maar er speelden nog intiemere zaken, want Vincent vervolgde:

“Hoewel ik dat niet openlijk zal zeggen, ben ik voor mij ervan overtuigd dat ze zich heeft laten aborteren (of het moet zijn dat ze een miskraam heeft gehad) – hoe het ook zij, in haar geval zou ik het haar niet aanrekenen.”

Berusting

Na vele mislukte relatiepogingen berustte Vincent uiteindelijk in zijn lot. Zijn onvoorspelbare, onaangepaste en labiele persoonlijkheid bleek totaal ongeschikt als het om liefde voor vrouwen ging. In Arles zocht Vincent in 1888 troost bij prostituees en bij zijn ‘beantwoorde liefdes’ − de kunst, de natuur en zijn broer Theo.

Cadeau van Bernard

Émile Bernard, In het bordeel, 1888, Van Gogh Museum, Amsterdam

Cadeau van Bernard

Met zijn vriend Émile Bernard kon Vincent ongegeneerd over hoerenbezoek praten. De jongere schilder verdiepte zich ook artistiek in het onderwerp. Hij kreeg de twee naaktschilderijen die Vincent in Parijs van de ‘tippelaarster’ had gemaakt.

Omstreeks diezelfde tijd maakte Bernard de serie waterverftekeningen In het bordeel. Eén ging naar Arles: “Voor mijn vriend Vincent, deze onnozele schets”.

Émile Bernard, In het bordeel, 1888, Van Gogh Museum, Amsterdam

Vincent reageerde met een enthousiast ‘Bravo!’ Hij was kritisch over de manier waarop Bernard sommige vrouwen had vormgegeven, maar eindigde bemoedigend: “Het maakt niet uit; het is al met al iets nieuws en interessants en de rest ook – in het bordeel – ja, dat is wat er moet gebeuren.”

Een luguber geschenk

Emile Schuffenecker, kopie naar Vincents Zelfportret met verbonden oor, Van Gogh Museum, Amsterdam

Een luguber geschenk

Zijn hele leven balanceerde Vincent tussen zijn ontzag voor vrouwen als kuise, onbereikbare wezens en zijn behoefte aan intimiteit en seks. Mogelijk speelde die worsteling ook een rol bij zijn mentale instorting in Arles.

Krantenbericht over de gebeurtenis

De verwarde Vincent bracht zijn afgesneden oor naar de prostituee Rachel. Die wonderlijke daad kan erop duiden dat in zijn hoofd een ‘kortsluiting’ had plaatsgevonden van emoties, zoals frustratie, agressie, schuldgevoel en schaamte.

Twee kussens

Vincent van Gogh, De slaapkamer, 1888

Twee kussens

In de zomer van 1888 schilderde Vincent zijn slaapkamer. Het is veelzeggend dat hij daarbij twéé kussens op zijn (eenpersoons)bed schikte.

Al jaren eerder wist hij: “Als je ’s morgens wakker wordt en je bent niet alleen en je ziet daar in de schemering een medemensje, dat maakt de wereld zoveel gezelliger.”

Daar, in Arles, berustte hij erin dat zo’n medemensje voor hem niet meer zou komen. Ter compensatie zocht Vincent genegenheid buiten zijn slaapkamer.

Ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om binnen te lopen in een van de bordelen in het straatje dat ‘des Récollets’ heet. Verder gaan mijn liefdesavonturen met de Arlésiennes niet.


Aan Theo vanuit Arles, ca. 16 maart 1888

Ik geloof dat het stellig beter is kinderen op te voeden dan al je geestkracht op te offeren aan het schilderen, maar ik voel me nu te oud om op mijn schreden terug te keren. Die lust is me vergaan, hoewel de pijn van binnen blijft


Aan Theo en Jo vanuit Auvers-sur-Oise, ca. 10 juli 1890

Verhalen