Om je alles over het museum en over Vincent van Gogh nóg beter te kunnen laten zien, gebruiken we cookies. Als je op akkoord klikt, geef je toestemming voor dit gebruik. Met cookies zorgen we ervoor dat de website goed werkt. Ook analyseren we het gebruik van de site, zodat we verbeteringen kunnen aanbrengen. Verder kunnen we advertenties tonen op basis van je interesses. Tot slot gebruiken we cookies om video’s en andere inhoud te tonen, zoals formulieren en Google Maps.
Meer weten? Lees meer over onze cookies.

Ontdek de prenten

Prenten in Parijs

Rond 1900 was Parijs in de ban van de prentkunst. Vooral de jonge generatie moderne kunstenaars stortte zich vol enthousiasme op de ets, de houtsnede en de lithografie. Ze maakten prenten voor de elite en voor de gewone man. Prenten waren overal te vinden, in chique appartementen en op straat.

Niemand besteedt nog aandacht aan iets anders dan prenten, het is een rage, de jonge generatie maakt niets anders meer.


Camille Pissarro in een brief aan zijn zoon, kunstenaar Lucien Pissarro, 1897

Van hoog tot laag

Moderne kunstenaars omarmden de prentkunst. De schilderkunst was niet langer het hoogste doel. Ze zetten hun talent in voor het ontwerpen van prentenseries, boekomslagen, affiches en tijdschriftillustraties.

Zo gingen ze in tegen de traditionele scheiding tussen de ‘hoge’ beeldende kunst en de ‘lage’ toegepaste kunst.

Henri de Toulouse-Lautrec was zo’n vooruitstrevend kunstenaar. Hij wist als geen ander het moderne Parijse leven te verbeelden. Hij deed dat in allerlei media en voor allerlei soorten consumenten.

Toulouse-Lautrec

Henri de Toulouse-Lautrec

Henri de Toulouse-Lautrec

Henri Marie Raymond de Toulouse-Lautrec-Monfa kwam uit een van de oudste adellijke families van Frankrijk. Met zijn anderhalve meter lang was hij een bijzondere verschijning. Lautrecs gezondheid was broos.

Hij zocht zijn toevlucht in de Parijse theaters en bordelen, bij danseressen en prostituees. Zijn kunst is onlosmakelijk verbonden met zijn losbandige en exentrieke leefstijl.

Lautrec maakte net zo graag een schilderij bestemd voor de galerie als een goedkope tijdschriftillustratie voor de kiosk. Allemaal met de beroemde zangeres Yvette Guilbert als onderwerp.

Luxe boek

Henri de Toulouse-Lautrec, Kunstenaarsboek Yvette Guilbert van Gustave Geffroy, 1894

Luxe boek als verzamelobject

Dit kunstenaarsboek wijdde Lautrec helemaal aan Guilbert. Voor de voorkant voldeden haar (uitgetrokken) handschoenen. Het boek werd als prestigieus verzamelobject uitgegeven. Er waren maar 100 exemplaren van - allemaal gesigneerd door Yvette Guilbert.

Zwarte handschoenen

Henri de Toulouse-Lautrec, Yvette Guilbert chantant ‘Linger, Longer, Loo’, 1894 Pushkin State Museum of Fine Arts, Moskou

Zwarte handschoenen

Toulouse-Lautrec was gefascineerd door de artieste Yvette Guilbert. Ze had een spits, lijkbleek gezicht, een uitgesproken mimiek en altijd zwarte handschoenen aan haar magere, lange armen. In zijn werk probeerde Lautrec haar essentie te vangen.

Yvette Guilbert met zwarte handschoenen

Leesbare illustratie

Henri de Toulouse-Lautrec, Yvette Guilbert, illustratie uit Le Rire, 22 december 1894, particuliere collectie

Leesbare illustratie

Een illustratie moest snel leesbaar zijn. Guilbert is weergegeven in een helder beeld van enkele zwarte lijnen, een paar zwarte handschoenen en een oranje haardos. Deze illustratie werd industrieel gereproduceerd en kon voor slechts 15 cent bij de kiosk worden gekocht.

Opmerkelijk genoeg was het schilderij dat Lautrec van de artieste maakte een voorstudie voor deze illustratie, en niet andersom. Dat was de traditionele kunstwereld op zijn kop!

Henri de Toulouse-Lautrec, Yvette Guilbert chantant ‘Linger, Longer, Loo’, 1894, Pushkin State Museum of Fine Arts, Moskou
Henri de Toulouse-Lautrec, Yvette Guilbert, illustratie uit Le Rire, 22 december 1894, particuliere collectie

Tegenwoordig dient de prent niet meer alleen tot versiering van de werkkamer van de bibliofiel; ze speelt een veel grotere rol; ze is overal doorgedrongen, ze verovert de wereld.


Criticus Victor Champier, 1889-1890

Prenten voor de elite

Lange tijd werd de prent gezien als een reproductiemiddel. Rond 1890 kregen prenten de status van een echt, origineel kunstwerk. Hierdoor waren ze aantrekkelijk voor verzamelaars.

Handelaren richtten zich op deze nieuwe markt; ze speelden in op het verlangen naar zeldzame, unieke drukken.

De kunstprent was vaak weggestopt in de interieurs van de elite. De prentenverzamelaar bekeek ze in zijn werkkamer in alle rust. Deze welgestelde heren bewaarden hun prentenverzameling in speciale, gedecoreerde standaards, mappen en kasten.

Ritueel

Henri Manuel, Roger Marx’ studeerkamer, c. 1910–1913, nalatenschap van Claude Roger-Marx, Musée de l’École de Nancy, Nancy

Ritueel

De criticus en verzamelaar Roger Marx schreef over het rustgevende ritueel van het prentenkijken. Op deze foto heeft hij net een prent uit de map gehaald.

Eventueel vlijt hij zich met het blad in zijn handen op de comfortabele bank achter zich. Volgens Marx werd pas na lang kijken de boodschap van de kunstenaar als een ‘gefluisterd geheimpje’ geopenbaard.

Intiem

Félix Vallotton, De piano (Le piano), 1896

Intiem

De man achter de piano lijkt helemaal op te gaan in zijn spel. Heeft hij zijn ogen dicht? We zijn getuige van een intiem moment. Dit paste helemaal in die tijd, want de gegoede burgerij trok zich graag terug in haar privévertrekken.

De kunstenaar, Félix Vallotton, bouwde zijn houtsneden op vanuit zwarte vlakken. De witte details, zoals hier de pianotoetsen, de houten vloer en het behang, geven de scène vorm.

Félix Vallotton, De cello (Le violoncelle), 1896

Félix Vallotton, De fluit (La flûte), 1896

Félix Vallotton, De viool (Le violon), 1896

Félix Vallotton, De gitaar (La guitare), 1896

Félix Vallotton, De kornet (Le piston), 1896

Prentenstandaard

Anoniem, Leren portfolio op standaard, 1900, Robert Zehil Collection, Monte Carlo

Prentenstandaard

Zelfs de meubels die de kunstliefhebbers gebruikten om hun verzameling prenten te bewaren en te bekijken, werden door kunstenaars vormgegeven. Het waren heuse kunstwerken. Deze prentenstandaard is gemaakt van ingelegd en beschilderd leer. Op de voorzijde is een elegante dame afgebeeld die een prent bekijkt.

[…] na een lange dag van het teleurstellende Parijse leven […] laat ik me in een fauteuil neervallen, naast de prentenstandaard waarin mijn favoriete etsen in hun grote mappen liggen te slapen, en terwijl ik ze een voor een bekijk, verdwijnen mijn problemen en vergeet ik de zorgen van het dagelijkse bestaan!


Criticus en verzamelaar Roger Marx, 1883

Series of suites

Grote luxe was de aanschaf van een complete prentenserie, ook wel suite genoemd. Zo’n serie was een reeks prenten van één, soms enkele kunstenaars onder één titel.

Soms volgden de prenten een verhaallijn. Ze moesten dan in een bepaalde volgorde worden ‘gelezen’. Vaker koos de kunstenaar voor een vrijere vorm. Zo liet hij zien wat hij in huis had.

Mysterie

Georges de Feure, Nachtelijk landschap (Le paysage nocturne) uit de prentenserie Bruges mystique et sensuelle, 1899

Mysterie

De Feure haalde alles uit de kast om het mysterie van het oude stadje Brugge over te brengen. In zijn prentenserie gebruikte hij vervormingen, spiegelingen en extra zwaar aangezette schaduwen.

Innige liefde

Maurice Denis, De poses zijn ongedwongen en ingetogen (Les attitudes sont faciles et chastes), 1899

Innige liefde

In de serie Amour gaf Denis uitdrukking aan de innige liefde voor zijn vrouw Marthe. De prenten zijn geïnspireerd op poëtische passages uit Denis’ dagboeken.

Unieke drukken

Elke serieuze prentenverzamelaar was constant op jacht naar die ene, unieke druk. Kunstenaars speelden daar handig op in. Ze drukten bijvoorbeeld prenten in verschillende kleurcombinaties, of kleurden ze met de hand in.

met goudstof

Henri de Toulouse-Lautrec, Loie Fuller, 1893

Met goudstof

Deze litho met de danseres Loïe Fuller verscheen in een oplage van 60 stuks. Toch was elke afdruk een uniek kunstwerk. Lautrec wisselde telkens de inktkleur en bracht na het drukken handmatig zilver- en goudstof aan.

Korte impressie van een dansoptreden van Loïe Füller

Loïe Füller gaf spectaculaire dansoptredens. Daarin veranderde haar figuur telkens door wapperende voiles en gekleurde lichteffecten. De wisselende effecten van de prent sluiten hier prachtig bij aan.

Spettertechniek

Henri de Toulouse-Lautrec, De grote loge (La grande loge), 1897

Spettertechniek

Lautrec gebruikte voor zijn luxueuze prenten vaak de spettertechniek crachis. Dit verhoogde de exclusiviteit. Deze prent kostte maar liefst 60 francs. Ter vergelijking: een affiche van Lautrec kocht je al voor 2 francs.

Inkleuren met de hand

Odilon Redon, Hoofd van een kind met bloemen (Tête d'enfant avec fleurs), 1897

Inkleuren met de hand

De voorstelling van deze litho is gedrukt in bruine inkt. Redon bracht daarna zelf accenten met geel en blauw potlood aan. Zo creëerde hij unieke prenten.

Prenten voor de straat

Ook buiten op de straten van Parijs waren prenten overal te vinden. Kleurige affiches hingen op muren en reclamezuilen. Geïllustreerde tijdschriften en bladmuziek waren te vinden in de kiosk.

Met veel enthousiasme produceerden jonge kunstenaars dergelijke ‘populaire’ prenten. Zij bereikten een enorm publiek met hun ontwerpen vol felle kleuren, strakke vormen en opvallende letters.

Op straat

Théophile Alexandre Steinlen, De straat (La rue), affiche voor de drukker Charles Verneau, 1896

Op straat

Welkom op straat! Steinlens enorme affiche verbeeldt het idee van de straat voor iedereen.

Typen uit verschillende klassen lopen gemoedelijk door elkaar. De wasvrouw met mand, de arbeider met pet, de modieuze Parisiènne en de bankier met hogehoed komen allemaal voorbij. Het affiche werd het ‘fresco voor de massa’. Het bereikte iedereen die je hier ziet.

Er waren affiches voor allerlei artikelen zoals parfum, inkt en drank. Affiches van kunstenaars hingen tussen meer commerciële ontwerpen en affiches met alleen tekst.

De ontwerper van een affiche moest ervoor zorgen de reclameboodschap duidelijk over te brengen aan de haastige passant.

Doorbraak

Pierre Bonnard, Affiche voor het merk France-Champagne, 1891

Doorbraak

Op zijn 23ste ontwierp Pierre Bonnard zijn eerste reclameaffiche, voor een Frans champagnemerk. Hij gebruikte een mooie dame om de aandacht te trekken.

Bonnard vereenvoudigde de vormen en zette ze sterk aan met zwarte contourlijnen. De lijnen golven en kronkelen, alles bruist en bubbelt. Met dit moderne affiche brak Bonnard door als kunstenaar.

Reclameaffiche

Jules Chéret, Affiche voor de Théâtrophone, 1890

Reclameaffiche

Jules Chéret werd wel ‘de koning van het affiche’ genoemd. Hij gebruikte altijd aantrekkelijke vrouwfiguren en uitbundige kleuren.

In knalrode letters valt te lezen dat het om een ‘theatrophone’ gaat. Abonnees konden via de telefoon naar opera- en theatervoorstellingen luisteren.

Affiches met sterren

Het moderne Parijs stond bekend als ‘de stad van plezier’. Cabarets, muziekcafés en danszalen boden voor elk wat wils. Affiches met beroemde zangers, dansers en acteurs werden door de stad verspreid.

Kunstenaars beeldden ze levensgroot en herkenbaar af, met hun naam in grote letters. Zo kon niemand om hen heen. Ze bouwden aan de ‘celebrity culture’ die we nog steeds kennen.

Sterartiest

Henri de Toulouse-Lautrec, Affiche voor het optreden van Aristide Bruant in het café-concert Eldorado, 1892

Sterartiest

Lautrec zocht in zijn affiches van sterartiesten naar de essentie van hun uiterlijk en karakter. De zanger Aristide Bruant bracht hij terug tot een imposante figuur, duidelijk herkenbaar aan zijn grote cape, hoed en felrode sjaal.

Aristide Bruant

Beroemde kat

Théophile Alexandre Steinlen, Affiche voor de tournee van Le Chat Noir, 1896

Beroemde kat

Zelfs een kat kan uitgroeien tot een beroemdheid! Theophile Steinlen ontwikkelde voor het cabaret Le Chat Noir een ijzersterk beeldmerk. Met haar elegante zwarte silhouet en hypnotiserende blik is deze kat onvergetelijk geworden. Let ook op het vernuftige spelletje van haar staart met de letters.

Tijdschriften en bladmuziek in de kiosk

Kunstenaars ontwierpen ook omslagen voor bladmuziek en tijdschriften. Ze werden in grote oplages gedrukt op goedkoop papier.

De beelden moesten meteen de aandacht trekken, want er viel voor de consument veel te kiezen. Met een sterk, gekleurd omslag sprong je eruit. Omdat een krantje erg goedkoop was, kon iedereen nu eigenaar worden van een kunstwerk.

Volksliedjes

Henri Gabriel Ibels, Bladmuziek Le "27" van René Esse en Georges Glanol, 1893

Volksliedjes

Ibels' illustraties voor bladmuziek staan vol gewone lieden van de straat. Deze plaatjes pasten bij het gevoel van de liedjes zelf.

Le 27 verwijst naar het huisnummer van een armoedig bordeel. Het vertelt het verhaal van een oude hoer, die vertederd raakt door een jonge klant. De soldaat herinnert haar aan haar eigen zoon aan het front.

Aandacht trekken

Félix Vallotton, Omslag van Crimes et châtiments, themanummer van L'Assiette au beurre (1 maart 1902), 1902

Aandacht trekken

Om op te vallen plaatsen kunstenaars vaak een enkele figuur op de cover. En ze beperkten ze zich tot een paar felle kleuren. Ze gebruikten verder kenmerken van de karikatuur, zoals humor, overdrijving en vervorming.

Het is belangrijk om als symbool een silhouet, een expressief beeld te vinden dat zich door zijn vormen en kleuren aan een mensenmenigte kan opdringen en de voorbijganger kan beïnvloeden. Het affiche is een vaandel, een embleem, een teken.


Maurice Denis, 1920

Van de straat het interieur in

Populaire prenten waren overal op straat te zien. Toch wilden liefhebbers ze liever los, thuis bekijken. Eerst moesten prentverzamelaars de affiches zelf van de muren halen. Maar al snel ontstond er een bloeiende handel in verzamelaarsedities. Dit waren luxe uitgaven, vaak zonder tekst en in kleine oplage gedrukt.

Op deze manier veranderden prenten voor de straat weer in kunstprenten voor de elite.

‘Avant la lettre’

Dit is een ‘avant-la-lettre’ druk voor de kunstliefhebber. Het betekent dat de letters van het oorspronkelijke affiche niet zijn meegedrukt. Een ‘lege’ editie dus, maar wel één waarbij de katten extra mooi uitkomen.

Théophile Alexandre SteinlenIn La Bodinière (A la Bodinière), 1894)
Théophile Alexandre Steinlen, In La Bodiniére (A la Bodiniére), 1894, Bibliothèque Nationale de France

De sympathie van het publiek gaat uit naar het grafische beeld, naar wat zonder moeite kan worden bekeken en begrepen.


Criticus John Grand-Carteret

Verhalen