Om je alles over het museum en over Vincent van Gogh nóg beter te kunnen laten zien, gebruiken we cookies. Als je op akkoord klikt, geef je toestemming voor dit gebruik. Met cookies zorgen we ervoor dat de website goed werkt. Ook analyseren we het gebruik van de site, zodat we verbeteringen kunnen aanbrengen. Verder kunnen we advertenties tonen op basis van je interesses. Tot slot gebruiken we cookies om video’s en andere inhoud te tonen, zoals formulieren en Google Maps.
Meer weten? Lees meer over onze cookies.

Ontmoet
Vincent

In Daubigny’s voetsporen

Vincent van Gogh bewonderde zijn leven lang het werk van Charles-François Daubigny (1817–1878). Hij zag deze landschapschilder als grote vernieuwer van de Franse schilderkunst. Daubigny wakkerde zijn enthousiasme voor het landschap aan. Maar hij beïnvloedde Vincent op meer manieren…

…omdat ik bijna zeker weet dat die doeken jullie vertellen wat ik niet in woorden kan uitdrukken: hoe gezond en hartversterkend ik het platteland vind.


Aan Theo en zijn vrouw Jo van Gogh-Bonger vanuit Auvers, 10 juli 1890

Liefde voor de natuur

Vincent werkte als jongeman voor een kunsthandel. Daar begon hij prenten van landschappen te verzamelen. In zijn plakboek zaten twee reproducties van Daubigny.

Vincent hield van de manier waarop Daubigny het landschap verbeeldde. Hij was zelf opgegroeid op het Brabantse platteland. Daar ontstond een levenslange liefde voor de natuur. In het werk van Daubigny herkende hij dat.

Studiemateriaal

Charles-François Daubigny, Het struikgewas (naar Jacob van Ruysdael), 1855, Musée du Louvre, Parijs

Studiemateriaal

Op Vincents kamer in Parijs hing Daubigny’s ets Het struikgewas. Toen hij later in België woonde, vroeg hij zijn broer Theo of hij een exemplaar van deze ets kon sturen. Vincent probeerde het tekenen onder de knie te krijgen. Daubigny was daarbij als voorbeeld nodig.

Fascinatie

Charles-François Daubigny, Een weg in Auvers, 1872, verblijfplaats onbekend

Fascinatie

Toen hij nog maar net kunstenaar was, bezocht Vincent een tentoonstelling over Franse kunst. Hij zag daar vijf schilderijen van Daubigny. Vincent raakte niet uitgekeken op het schilderij Een weg in Auvers. De huizen deden hem aan zijn geboortestreek rond Zundert denken.

Schoonheid

Vincent van Gogh, Avondschemering (Oude boerderijen in Loosduinen, bij Den Haag), 1883, Centraal Museum Utrecht, bruikleen Stichting van Baaren 1980

Schoonheid

Vincent zag hoe de industrie het landschap negatief beïnvloedde. Hij verlangde naar de rust en schoonheid van de ongerepte natuur. Tijdens een wandeling raakte hij diep onder de indruk van een duingebied dichtbij Den Haag. De plek herinnerde hem aan Daubigny’s landschappen. Hij schilderde daar de boerderijen in het weiland.

Die wandeling alleen […] heeft mij veel rustiger gemaakt door een gevoel als of men niet alleen was geweest doch eens gepraat had met een van de ouden uit den tijd van ’t begin, Daubigny.


Over zijn duinwandeling, aan Theo vanuit Den Haag, 29 en 30 juli 1883

Invloedrijk

Daubigny was in de 19de eeuw een invloedrijk schilder. In tegenstelling tot zijn voorgangers schilderde hij de natuur zoals hij die voor zich zag, met de gevoelens die de landschappen bij hem opriepen. Volgens critici schilderde hij zowel ‘met het oog’ als ‘met het hart’.

Zijn werk werd in het midden van de 19de eeuw als revolutionair gezien. Ook zijn schildertechniek zorgde voor een nieuwe richting in de kunst.

Erkenning

Charles-François Daubigny, Het ven van Gylieu, 1853, Cincinnati Art Museum

Erkenning

Daubigny’s schilderij Het ven van Gylieu werd als een meesterwerk onthaald. Het leverde hem in 1853 een medaille op tijdens de Salon.

Daubigny nam regelmatig deel aan de Salon in Parijs, de belangrijkste kunsttentoonstelling van die tijd.

Vernieuwend

Charles-François Daubigny, De oogst, 1851, Musée d’Orsay, Parijs

Vernieuwend

De manier waarop Daubigny dit onderwerp verbeeldde, was ongewoon voor zijn tijd. Hij schilderde het oogsten niet idyllisch, maar realistisch en zonder opsmuk. Met dit schilderij werd Daubigny voor het eerst bekend.

Daubigny schilderde regelmatig in de openlucht. Het was in zijn tijd ongebruikelijk om buiten grote doeken te schilderen. Buiten maakten kunstenaars alleen kleine schetsen, die zij later in hun atelier uitwerkten.

Daar bleef het niet bij. Om op het water te kunnen werken, liet hij een boot ombouwen tot atelier. Vanaf het midden van de rivier bracht hij de reflecties op het water voortaan nog directer in beeld.

Monets boot

Claude Monet, De schildersboot, 1874, Kröller-Müller Museum, Otterlo

Monets boot

Claude Monet volgde Daubigny’s voorbeeld. Hij kocht ook een atelierboot. Het vaartuig had bijna dezelfde vorm als die van Daubigny, maar was minder ruim.

Monet verkende vooral de Franse rivier de Seine. Hij schilderde graag op ongerepte plekken het water, de oevers en de lucht.

Atelierboot

Charles-François Daubigny, De atelierboot, 1862, Bibliothèque Nationale de France, Parijs

Atelierboot

Daubigny heeft zichzelf in De atelierboot zittend afgebeeld. Hij kijkt door de opening aan de achterkant van de cabine. Tegelijkertijd schildert hij het uitzicht.

Tijdens zijn boottochten maakte hij onder meer voorstudies die hij later voor zijn schilderijen gebruikte.

Mythe

Charles-François Daubigny, Rotsen bij Villerville-sur-Mer, 1864-1872, De Mesdag Collectie, Den Haag

Mythe

Rotsen bij Villerville-sur-Mer stond lang bekend als het eerste schilderij dat volledig buiten werd gemaakt. Uit recent onderzoek blijkt dat dit niet helemaal klopt.

Het schilderij werd niet helemaal buiten voltooid: Daubigny werkte er later in zijn atelier nog meerdere keren aan.

Daubigny werkte in wisselende weersomstandigheden. Hij schilderde met losse, brede verfstreken en experimenteerde met nieuwe pigmenten.

Vaak liet hij delen van het schilderij onvoltooid. Daarmee inspireerde hij een nieuwe generatie kunstenaars: de impressionisten. In navolging van Daubigny maakten zij minder onderscheid tussen een ‘onaf’ en een ‘af’ schilderij.

School van Barbizon

Camille Corot, Verlaten steengroeve, 1850, De Mesdag Collectie, Den Haag

School van Barbizon

Het dorp Barbizon, vlakbij Parijs, was rond 1845 populair onder kunstenaars waaronder Rousseau, Corot, Millet en Daubigny. Ze schilderden de natuur zo eerlijk mogelijk.

Tot dat moment hadden kunstenaars landschappen vooral als achtergrond voor klassieke of historische taferelen gebruikt.

De schilders uit Barbizon verhieven de natuur tot een op zichzelf staand onderwerp. Ze werkten in de openlucht. Dat vereiste een nieuwe manier van werken, met vlotte en soms schetsmatige penseelstreken. Daarmee hadden zij grote invloed op het werk van Vincent en de impressionisten.

Kritiek

Charles-François Daubigny, Veerboot bij Bonnières-sur-Seine, 1861, Taft Museum of Art, Cincinnati

Kritiek

Niet iedereen was vol lof over Daubigny’s werk. Critici hadden moeite met zijn gebrek aan details. Sommigen zagen zijn schilderijen als niet meer dan gekleurde schetsen. Daarentegen herkenden anderen in zijn losse stijl juist het begin van een nieuwe ontwikkeling in de kunst.

Ook Vincent van Gogh zag Daubigny als pionier van de moderne landschapschilderkunst. Als beginnend kunstenaar bewonderde hij vooral hoe Daubigny gevoelens in zijn landschappen ‘vertaalde’.

Later kreeg Vincent meer aandacht voor de compositie in diens schilderijen. In de tien jaar van Vincents kunstenaarschap bleef Daubigny telkens een referentiepunt.

Klaprozen

Daubigny schilderde nieuwe onderwerpen, zoals dit veld met klaprozen. Hij gebruikte felle kleuren en hij gaf daarbij zijn eigen impressie van het licht. Vincent raakte erdoor geïnspireerd. Bij hem is het veld een golvende zee. De voorgrond is gekanteld. Daardoor lijkt het alsof je er middenin staat.

Charles-François Daubigny, Velden in juni, 1874, Herbert F. Johnson Museum of Art, Ithaca
Vincent van Gogh, Veld met klaprozen, 1890, Gemeentemuseum Den Haag

Hij kopieert de natuur niet, hij drukt haar uit, en doet dat met gevoel, een eenvoud die door geen enkele meester wordt overtroffen.


Criticus Emile Perrin in 1859 over het werk van Daubigny

Nieuwe onderwerpen

Vincents favoriete werken van Daubigny gaan over de wisseling van seizoenen. Dat was een onderwerp dat hem zeer interesseerde.

Net als Daubigny schilderde hij bloeiende boomgaarden. Ze stonden symbool voor nieuw leven.

Fruitbomen

Daubigny schilderde bijna elke lente bloeiende boomgaarden. Hij was de eerste die dit onderwerp vastlegde. Ook Monet schilderde fruitbomen in bloei. Hij schilderde de bloesems met losse verfstreken en koos een hoog gezichtspunt. Zo kon hij de schaduwen om de bomen beter in beeld te brengen.

Charles-François Daubigny, Appelbloesems, 1873, The Metropolitan Museum of Art, New York
Claude Monet, Lente (Fruitbomen in bloei), 1873, The Metropolitan Museum of Art, New York
Vincents boomgaard

Vincent van Gogh, De witte boomgaard, 1888

Vincents boomgaard

Vincent wilde met De witte boomgaard het steeds veranderende licht vastleggen. Hij gebruikte daarvoor kleine, losse verfstreken. Op het laatst bracht hij blauwe omtreklijnen aan voor de boomtakken.

Het schilderij is typerend voor Vincents stijl. Daarin is niet alleen de invloed van Daubigny’s schildertechniek terug te zien, ook die van de impressionisten. Zij voerden de vlotte, schetsmatige schilderstijl van Daubigny nog veel verder door.

Afwijkende formaten

Daubigny koos voor afwijkend grote formaten voor zijn doeken, die niet kant-en-klaar te koop waren. Vooral het ‘dubbel vierkante’-doek – twee keer zo breed als hoog – was ideaal voor zijn weidse vergezichten.

Vincent gebruikte aan het eind van zijn leven exact hetzelfde formaat doek.

Weids effect

In Daubigny’s late schilderijen neemt de lucht steeds meer ruimte in. De maaiers is daar een goed voorbeeld van. Het toont de korenvelden bij Auvers. Vincent maakte later zijn eigen korenvelden. Hij wilde daarin triestheid en extreme eenzaamheid uitdrukken. Het brede doek geeft de schilderijen een weids effect.

Charles-François Daubigny, De maaiers, zonder datum, Museum Gouda
Vincent van Gogh, Korenveld onder onweerslucht, 1890, Van Gogh Museum

Wat men ook beweert, voor een schilder is het beter om op het platteland te werken, alles is er sprekender, alles hangt met elkaar samen, alles wordt er duidelijk…


Aan zijn zus Willemien vanuit Saint-Rémy-de-Provence, 20 januari 1890

Landschappen van Auvers

Na veel omzwervingen was Vincent op zoek naar rust en nieuwe inspiratie. Via zijn broer Theo kwam hij op het idee om naar Auvers-sur-Oise te gaan, vlakbij Parijs. Zo kwam hij in het dorp terecht waar Daubigny zich dertig jaar eerder vestigde.

Dorpsgezichten

In Auvers schilderde Daubigny veel dorpsgezichten. Andere kunstenaars die in Auvers werkten, lieten ook de gevolgen van de industrialisering op het platteland zien. Daubigny, en later ook Vincent, wilden echter het ‘ongerepte’ Auvers vastleggen. Zij concentreerden zich op de boerderijen, huisjes en korenvelden in en rondom het dorp.

Charles-François Daubigny, Het dorp Auvers, zonder datum, privécollectie
Vincent van Gogh, Boerderijen bij Auvers, 1890, Tate, Londen

Vincent hoorde dat de weduwe van Daubigny nog in het dorp woonde. Hij zocht haar meteen op. Mevrouw Daubigny woonde in een villa in het centrum van het dorp.

De schilderijen die hij in haar tuin maakte, waren een eerbetoon aan de kunstenaar die hij zo bewonderde.

Voorstudie

Vincent van Gogh, De tuin van Daubigny, 1890

Voorstudie

Vincent wilde een groot schilderij van de tuin van Daubigny maken. Hij begon met deze kleine voorstudie. Omdat hij door zijn voorraad doeken heen was, schilderde hij dit werk op een theedoek van 50 x 50 cm.

Achterzijde van het schilderij met boven en onder rode strepen. Deze ingewoven strepen zijn karakteristiek voor Franse theedoeken. In de 19de eeuw werden die overal verkocht.

Tweede versie

Vincent van Gogh, De tuin van Daubigny, 1890, Collectie Rudolf Staechelin

Tweede versie

Op dit grote doek beeldde Vincent een groot stuk van de tuin af. Mevrouw Daubigny staat achterin, op de voorgrond loopt een zwarte kat. Hij schilderde nog een andere grote versie, die hij aan de weduwe gaf.

Vincent van Gogh, De tuin van Daubigny, Hiroshima Museum of Art, Hiroshima

Brief met schets

Vincent van Gogh, brief aan Theo van Gogh, met een schets van De tuin van Daubigny, 23 juli 1890

Brief met schets

In een brief aan zijn broer Theo maakte Vincent een schets van het schilderij De tuin van Daubigny. Hij schreef dat het een van zijn ‘meest doorvoelde doeken’ was.

Bij de brief stopte hij nog drie andere schetsen van schilderijen van strodaken en korenvelden.

Vincent van Gogh, brief aan Theo van Gogh, met een schets van De tuin van Daubigny, 23 juli 1890

Vincent van Gogh, brief aan Theo van Gogh, met een schets van Korenvelden, 23 juli 1890

Vincent van Gogh, brief aan Theo van Gogh, met een schets van Hutten met rieten daken en figuren, 23 juli 1890

Vincent van Gogh, brief aan Theo van Gogh, met een schets van Korenvelden, 23 juli 1890

…[de streek is] veranderd sinds Daubigny. Maar niet op een onplezierige manier veranderd [ … ] geen fabrieken, maar fraai groen in overvloed.


Aan Theo en Jo van Gogh-Bonger vanuit Auvers, 25 mei 1890

Voorbeeld voor anderen

Vincent stierf in het dorp waar Daubigny zijn laatste jaren had doorgebracht. Beide kunstenaars hadden in hun werk een grote ontwikkeling doorgemaakt.

En zoals Daubigny een voorbeeld voor Vincent was, zo werd Vincent op zijn beurt een inspirerend kunstenaar voor anderen.

…’t moet goed zijn als men sterft de bewustheid te hebben van ’t een of ander te hebben gedaan dat in waarheid was en te weten dat men daardoor in de gedachtenis van eenigen ten minste zal blijven leven…


Aan Theo vanuit Amsterdam, over de dood van Daubigny, 3 maart 1878

Verhalen