Om je alles over het museum en over Vincent van Gogh nóg beter te kunnen laten zien, gebruiken we cookies. Als je op akkoord klikt, geef je toestemming voor dit gebruik. Met cookies zorgen we ervoor dat de website goed werkt. Ook analyseren we het gebruik van de site, zodat we verbeteringen kunnen aanbrengen. Verder kunnen we advertenties tonen op basis van je interesses. Tot slot gebruiken we cookies om video’s en andere inhoud te tonen, zoals formulieren en Google Maps.
Meer weten? Lees meer over onze cookies.

Ontmoet Vincents vrienden

Gauguin en Laval op Martinique

Hoezeer hij ook verlangde naar verre streken en warme kleuren: zuidelijker dan Frankrijk is Vincent van Gogh nooit gekomen. Tijdgenoten Paul Gauguin en Charles Laval vertrokken in 1887 naar Martinique, een van de Franse Antillen.

Kort na die reis ontmoetten Vincent en zijn broer Theo Gauguin voor het eerst, in Parijs: het begin van een artistieke vriendschap.

Wat Gauguin over de tropen vertelt, vind ik prachtig. Vast en zeker ligt daar de toekomst van een grote opleving van de schilderkunst. (…) Niet iedereen is vrij of in de positie om te emigreren, maar wat zouden er een dingen te doen zijn! Ik vind het jammer dat ik niet tien of twintig jaar jonger ben, dan zou ik zeker heen gaan.


Vincent van Gogh aan Theo vanuit Arles, 27 of 28 oktober 1888

Gauguin en de broers Van Gogh

Op aanraden van Vincent ging Theo in december 1887 op atelierbezoek bij Gauguin in Parijs. Die had nieuwe schilderijen uit Martinique meegenomen.

De broers waren onder de indruk. Ze vonden Gauguins werk heel modern, met die plat-decoratieve vlakken, vreemde kleuren en hoge horizon.

Riviergezicht

Paul Gauguin, Aan de oever van de rivier, Martinique, 1887

Riviergezicht

‘Wij hebben (…) een (…) schilderij van hem, dat hij voor een studie van mij heeft geruild, een uitgedroogde rivier met paars slijk en plassen water, die het zuiver kobaltblauw van de lucht spiegelen, groen gras’, schreef Vincent over Gauguins schilderij Aan de oever van de rivier, Martinique aan zijn zuster Wil.

Paul Gauguin, Studie van Martinikaanse vrouwen, 1887, privécollectie, Zwitserland

Modelstudie

Om een onderwerp goed in de vingers te krijgen, had Gauguin veel tijd nodig. In het riviergezicht maakte hij gebruik van deze modelstudie. Hij spiegelde de houding van de zittende vrouw en maakte haar jurk blauw in plaats van wit.

Ruilen

Vincent van Gogh, Stilleven met twee zonnebloemen, 1887, The Metropolitan Museum of Art, New York, Rogers Fund, 1949

Ruilen

Vincent schilderde uitgebloeide zonnebloemen bij wijze van kleurexperiment. Hij toonde ze in november 1887 op een zelf georganiseerde groepsexpositie in Parijs. Gauguin was ervan gecharmeerd. Hij kreeg er twee, in ruil voor zijn riviergezicht.

Theo moet als kunsthandelaar direct hebben gezien hoe gewaagd Gauguins Martinikaanse voorstellingen waren. Ze weken in veel opzichten af van de gangbare kunst uit die tijd.

Begin 1888 exposeerde Theo schilderijen en keramiek van Gauguin bij Boussot aan Boulevard Montmartre, waar hij bedrijfsleider was.

Romantiseren

Paul Gauguin, De mangobomen, Martinique, 1887

Romantiseren

Aan de hand van studies stelde Gauguin de verstilde voorstelling van De mangobomen samen. De plantagearbeiders en draagsters verbeelden de mango-oogst; van plukken en rapen tot vervoeren en eten. Een geromantiseerd beeld, want deze mensen deden zwaar werk in de brandende zon.

Reçu van Gauguin aan Theo van Gogh voor 'De mangobomen', Martinique

Aankoop door Theo

Het schilderij van de mangopluk, dat Vincent beschreef als ‘hoogstaande poëzie’, kocht Theo aan voor zijn eigen verzameling, voor 400 francs. Het doek kreeg een ereplaats boven de bank in het appartement van de broers, in de Rue Lépic.

Naar het leven

Paul Gauguin, Martinikaanse vrouwen, 1887, privécollectie

Naar het leven

Van de twee vrouwen vooraan maakte Gauguin eerst deze studie naar model, met pastelkrijt. Zijn schilderijen waren geen directe impressie van de realiteit en bevatten vaak ook fantasiebeelden. Vincent werkte daarentegen liever naar de waarneming.

Paul Gauguin, Martinikaans tafereel, 1887, The National Museum of Western Art, Tokyo

Waaier

Dit waaierontwerp laat zien dat Gauguin zijn schetsen op allerlei manieren verwerkte. De mango-etende vrouw kreeg hier een rode hoofddoek, in plaats van de geruite madrasstof van de schets.

-zijn ‘negerinnen’, dat is hoogstaande poëzie en alles wat er uit zijn handen komt is teder, smartelijk en verrassend. Hij wordt nog niet begrepen en hij lijdt er erg onder dat hij niet verkoopt, net als andere ware dichters.


Vincent aan Émile Bernard vanuit Arles, 22 mei 1888

Inspiratie op Martinique

Paul Gauguin en Charles Laval kenden elkaar sinds de zomer van 1886. Ze verbleven toen in het Bretonse dorpje Pont-Aven, op zoek naar een authentieke, onbedorven wereld.

Amper terug in Parijs dachten de vrienden na over een nieuwe werkplek: paradijselijk, ver van het moderne stadsleven. In april 1887 vertrokken ze via Panama naar het eiland Martinique, in de Caribische Zee.

Vlak voor vertrek

Paul Gauguin, Stilleven met profiel van Laval, 1886, Indianapolis Museum of Art, Indianapolis

Vlak voor vertrek

In dit schilderij bestudeert Laval een fruitstilleven in de stijl van Gauguins grote voorbeeld Paul Cézanne. De keramische pot is een eigen werk van Gauguin. Een paar maanden na dit portret vertrokken de twee vrienden naar Martinique.

Wat mij betreft, hoe verder ik kom, hoe meer ik je talent bewonder en ik voel respect en affectie voor je. Je hebt me leren begrijpen hoe ik mezelf beter kan maken. Ik omhels je innig als een moedige oudere broer die me het voorbeeld heeft gegeven.


Charles Laval aan Paul Gauguin, 9 december 1887

Martinique was in 1887 een Franse kolonie. De Fransen hadden suikerrietplantages op het eiland geïntroduceerd. Daar lieten ze Afrikanen als slaaf werken.

Officieel was op Martinique in 1848 een einde gekomen aan de slavernij, maar in de praktijk bleven velen gedwongen in dienst als laagbetaalde plantagearbeider en porteuse (draagster).

Paradijs

Paul Gauguin, Kustlandschap van Martinique (De baai van Saint-Pierre, Martinique), 1887, Ny Carlsberg Glyptotek, Kopenhagen

Paradijs

Gauguin schilderde dit zeegezicht niet ver van de plek waar hij met Laval woonde.

‘Momenteel zijn we beiden gehuisvest in een case à nègres [‘negerhut’] en het is een paradijs vergeleken met Panama. Onder ons de zee omzoomd met kokospalmen, boven ons allerlei soorten fruitbomen, op vijfentwintig minuten van de stad’, schreef Gauguin aan zijn vrouw Mette in juni 1887.

Naar buiten

Laval trok graag ver het landschap in, terwijl Gauguin liever op de gebaande paden bleef. Laval moet het uitzicht op de Pitons du Carbet hebben vastgelegd op papier of doek, zozeer lijkt het op de huidige situatie. Gauguin schilderde het landschap van Komen en gaan eveneens ter plekke, maar vulde het later aan met figuren uit zijn schetsboek.

Charles LavalLandschap op Martinique, 1887 - 1888)
Paul Gauguin, Komen en gaan, 1887, Carmen Thyssen-Bornemisza Collectie, in bruikleen aan het Museo Nacional Thyssen-Bornemisza, Madrid

Waar ik ook ben, ik heb behoefte aan een zekere incubatietijd, zodat ik iedere keer de essentie van de planten en de bomen kan leren, van de hele natuur, kortweg, die nooit begrepen wil worden of zich wil openbaren.


Paul Gauguin, 'Avant et Après', 1903

Droom of realiteit?

Behalve op de natuur richtten Gauguin en Laval zich op de zwarte bewoners van Martinique, vanwege hun schilderachtige verschijning. Vooral de draagsters en de wasvrouwen trokken hun aandacht.

Actie en expressie

Charles Laval, Fruitdraagsters, 1887, privécollectie

Actie en expressie

In tegenstelling tot Gauguins verstilde voorstellingen zijn de vrouwen in het werk van van Laval vol actie: ze communiceren met expressieve gebaren.

Een weg in de buurt van Fort-de-France, 1899, Bibliothèque Nationale de France, Parijs

Draagsters

In manden op hun hoofd brachten de draagsters zware lasten van de plantages naar de markt in de stad. De vrouwen werden ingezet als goedkoop en eenvoudig transportmiddel.

Eerste indrukken

Gauguin maakte de eerste weken vooral schetsen, om alle nieuwe indrukken te verwerken. Zo creëerde hij een ‘visuele databank’ voor zijn schilderijen, die hij zorgvuldig samenstelde.

Paul Gauguin, Schets van meerdere figuren, bloemen en dier (verso) (58), 1887, privécollectie
Paul Gauguin, Schetsen van figuren en gebladerte (recto), 1887, The Art Institute of Chicago, voorwaardelijke schenking van de Joseph and Helen Regenstein Foundation
Paul Gauguin, Meloeneter, 1887, privécollectie
Verwondering

Aan zijn vriend Emile Schuffenecker beschreef Gauguin hoe hij zich bleef verwonderen over de mensen die hij elke dag zag, en van wie hij talloze studies maakte.

Paul Gauguin, De kleine wasvrouw, 1887, privécollectie
Wasvrouwen in Saint-Pierre, 1899, Bibliothèque Nationale de France, Parijs

Paul Gauguin, Waterkuip (recto), 1887, privécollectie

Op de schetsen en schilderijen van beide kunstenaars lijken de vrouwen dansend en zingend hun werk te doen, als was het leven op Martinique één grote vakantie.

Daarmee sloten Gauguin en Laval aan bij de Europese traditie om de koloniën af te beelden als een, in hun ogen, exotische idylle. De harde realiteit bleef buiten beeld.

Merkwaardig

Onlangs kocht het Van Gogh Museum deze twee waterverftekeningen van Laval, die mogelijk uit een schetsboek afkomstig zijn. Gauguin schreef aan Vincent: ‘Mijn vriend Laval is teruggekeerd uit Martinique; hij heeft een paar heel merkwaardige aquarellen meegebracht. Ik zal u er laten zien die u mooi zult vinden, het is kunst.'

Charles LavalTwee mandendraagsters op Martinique, 1889)
Charles LavalVrouwen aan de kust, 1889)
Zwart en wit

Charles Laval, Twee ruiters op het strand, 1888, Staatliche Museen zu Berlin, Kupferstichkabinett

Zwart en wit

Een zwarte en een witte ruiter galopperen samen langs de kust. In deze aquarel heeft Laval de snelheid van de paarden meesterlijk getroffen.

Gauguin keerde begin 1888 ziek terug naar Frankrijk. Hij ging naar Pont-Aven aan de Noord-Franse kust, waar hij met Laval had gewerkt vóór hun vertrek naar Martinique.

Later voegde Laval, die nog wat langer op het eiland bleef, zich bij hem.

Atelier van het Zuiden

Net als Gauguin en Laval geloofde Vincent van Gogh dat schilders naar warme streken moesten om de kunst te ontwikkelen. Met dit idee verruilde hij begin 1888 Parijs voor het Zuid-Franse Arles.

Per brief besprak Vincent met Gauguin zijn plan om een ‘Atelier van het Zuiden’ op te richten. Theo beloofde Gauguin een financiële regeling als hij deelnam aan deze kunstenaarsgemeenschap.

Let goed op, momenteel waait er onder de kunstenaars een wind die erg gunstig voor mij is; (…) en wees gerust, hoe verliefd Van Gogh ook op mij is, hij gaat me in het Zuiden niet onderhouden vanwege mijn mooie ogen.


Paul Gauguin aan Emile Schuffenecker, 16 oktober 1888

Eind september 1888 suggereerde Gauguin dat Laval en hun vriend Émile Bernard zouden meekomen naar Arles. De drie kunstenaars correspondeerden met Vincent via brieven, schetsen én echte schilderijen.

Japanse monnik

Vincent van Gogh, Zelfportret, 1888, Harvard University Art Museums, Cambridge (MA), Fogg Art Museum

Japanse monnik

Vincent wist dat Japanse kunstenaars onderling kunst ruilden. Hij stelde Gauguin, Laval en Bernard voor hetzelfde te doen, en vroeg hen portretten van elkaar te maken. In ruil stuurde Vincent hen dit zelfportret als Japanse monnik.

Uitwisseling

Paul Gauguin, Zelfportret met portret van Emile Bernard (Les misérables), 1888

Uitwisseling

Van Gauguin ontving Vincent een zelfportret met op de achtergrond een portret van Bernard: de jonge schilder met wie Vincent eerder in Parijs veel had opgetrokken.

Kranig

Charles Laval, Zelfportret, 1888

Kranig

Vincent schreef Theo in november 1888:

‘Het portret van Laval door hemzelf is uitzonderlijk goed (…) heel kranig, heel gedistingeerd, en zal precies een van die schilderijen worden waarover jij het hebt: die je in je bezit krijgt voordat de anderen het talent hebben erkend.’

Uiteindelijk arriveerde Gauguin op 23 oktober 1888 als enige kunstenaar in Arles. Tijdens hun samenwerking probeerde hij Vincent ‘uit de verbeelding’ te laten schilderen.

Vincent bewonderde het mysterieuze, poëtische karakter van Gauguins werk. Hij ging dan ook enthousiast aan de slag met donkere contouren, plat-decoratieve vlakken en een hoge horizon.

Uit het hoofd

Vincent schreef Theo: ‘Een Herinnering aan de tuin in Etten, met kolen, cipressen, dahlia’s en figuren. (…) de dingen uit het hoofd krijgen inderdaad een mysterieuzer karakter.’ Ook de plat-decoratieve vrouwfiguren links zijn typisch ‘Gauguin-stijl’.

Vincent van Gogh, Herinnering aan de tuin in Etten, 1888, Staatsmuseum de Hermitage, Sint-Petersburg
Paul GauguinDe mangobomen, Martinique, 1887)

Gauguin deelde Vincents verwachtingen van het Atelier van het Zuiden niet. Hij vermeed het onderwerp en sprak vaak over zijn wens om weer naar exotische gebieden te vertrekken. Daarop kwam Vincent met het idee om een ‘Atelier van de Tropen’ te stichten.

Dat plan wilde Gauguin maar al te graag uitvoeren − zonder Vincent. Hij verliet Arles na een heftige ruzie op 23 december 1888.

Ik ben het eens met Vincent, dat de toekomst is voor de schilders van tropengebieden die nog niet geschilderd zijn, en het publiek, die domme kopers, heeft nieuwe onderwerpen nodig.


Paul Gauguin aan Émile Bernard, herfst 1888

…het kleine gele huis hier in Arles zal blijven wat het is, een tussenstation tussen Afrika & de tropen en de mensen uit het Noorden.


Vincent aan zijn broer Theo, 27 of 28 oktober 1888

Herinneringen aan Martinique

De invloed van Martinique ebde nog lang na in het werk van Gauguin en Laval. Ze hadden er nieuwe onderwerpen ontdekt en een vernieuwende stijl ontwikkeld.

Na hun terugkeer in het Bretons Pont-Aven voerden ze de vereenvoudiging van vorm en lijn verder door.

Experimenten

Charles Laval, Badende vrouwen, 1888, Kunsthalle Bremen, Der Kunstverein in Bremen

Experimenten

Aan de Bretonse kust maakte Laval dit dynamische schilderij van vrouwen in de golven. Op Martinique had hij geëxperimenteerd met voorstellingen in losse penseelstreken met weinig diepte − en hij ging daar in Pont-Aven mee door.

Zonder horizon

Paul Gauguin, Vissers en baders in de Aven, 1888, privécollectie

Zonder horizon

Gauguins stilistische experimenten van Martinique zijn in Vissers en baders in de Aven onder meer terug te zien in de abstracte kleurvlakken in de achtergrond en de ontbrekende horizon.

De Parijse Wereldtentoonstelling van 1889 − twee jaar na Martinique − had veel invloed op het werk van Gauguin. Vooral de exotische objecten in de koloniale paviljoens riepen herinneringen op. Ze inspireerden hem tot het maken van toegepaste kunst.

Café Volpini

Als reactie op de overdaad aan Franse kunst op de Wereldtentoonstelling organiseerde Gauguin met Schuffenecker en Bernard een expositie in Café Volpini, naast het Palais des Beaux-Arts. Gauguin toonde er een prentenserie over de artistieke fasen in zijn loopbaan. Deze twee verwijzen naar Martinique.

Paul GauguinDe krekels en de mieren (Herinnering aan Martinique) (Les cigales et les fourmis (Souvenir de la Martinique)) uit de prentenserie Volpini, 1889)
Paul GauguinPastorales, Martinique (Pastorales, Martinique) uit de prentenserie Volpini, 1889)

Kunstenaar Maurice Denis schreef sceptisch over de expositie:

‘Dit wordt hier nu als de kunst der toekomst beschouwd; men ziet mensen met blauwe gezichten, groene zonnen, paarse bomen (…).’

Jaren later moest hij toegeven dat ‘deze expositie van bijzondere betekenis is, een tijdperk inluidt’.

Gauguin verwerkte zijn indrukken uit Martinique in keramiek en houtsnijwerk. Die kunstvormen waren volgens hem ‘primitiever’ en leenden zich beter voor ‘exotische’ onderwerpen.

Voor Gauguin bestond er geen scheiding tussen de schone en toegepaste kunsten.

Exotische combinatie
Paul Gauguin, Vrouw van Martinique, 1889, The Henry and Rose Pearlman Foundation, in langdurig bruikleen aan het Princeton University Art Museum, New Jersey
Paul Gauguin, Rozen en beeldje, 1889, Musée des Beaux-Arts, Reims

In het beeldje voegde Gauguin ‘exotische’ elementen samen: de kleurige hoofddoek herinnert aan de vrouwen op Martinique, terwijl de armbanden en houding van de vrouw -let op de hand- typisch Aziatisch zijn. In het stilleven staat de sculptuur naast een boeket rozen.

Atelier van de Tropen

Pas na de dood van Vincent in 1890 kwam Gauguin ertoe om zijn plan te realiseren en een Atelier van de Tropen te stichten. Met Theo’s overlijden in 1891 viel ook zijn belangrijkste vertegenwoordiger in Frankrijk weg.

In april vertrok Gauguin in zijn eentje naar Tahiti − wederom op zoek naar een onbedorven cultuur.

Teruggestuurd

Paul Gauguin, Zelfportret, opgedragen aan Carrière, 1888 of 1889, National Gallery of Art, Washington D.C., collectie van dhr. en mw. Paul Mellon, 1985

Teruggestuurd

Dit zelfportret gaf Gauguin cadeau aan zijn vriend Laval. Het landschap achter het raam lijkt dat van Martinique, een verwijzing naar de tijd die ze er samen doorbrachten.

In 1890 verloofde Laval zich met Bernards zus Madeleine, op wie ook Gauguin verliefd was. Dat betekende het einde van hun vriendschap. Laval stuurde het portret terug. Later droeg Gauguin zijn zelfportret op aan een ander.

Helaas zie ik mezelf veroordeeld tot steeds minder en minder begrepen worden, en ik moet vasthouden aan het volgen van mijn weg alleen, een bestaan leiden zonder familie, als een paria. Dus de eenzaamheid in de bossen lijkt me in de toekomst een nieuw en bijna gedroomd paradijs te zijn. De wilde zal terugkeren naar de wildernis.


Paul Gauguin aan Vincent van Gogh vanuit Le Pouldu, 28 juni 1890

Verhalen