Om je alles over het museum en over Vincent van Gogh nóg beter te kunnen laten zien, gebruiken we cookies. Als je op akkoord klikt, geef je toestemming voor dit gebruik. Met cookies zorgen we ervoor dat de website goed werkt. Ook analyseren we het gebruik van de site, zodat we verbeteringen kunnen aanbrengen. Verder kunnen we advertenties tonen op basis van je interesses. Tot slot gebruiken we cookies om video’s en andere inhoud te tonen, zoals formulieren en Google Maps.
Meer weten? Lees meer over onze cookies.

Ontmoet
Vincent

Baken voor de moderne kunst

Vincent van Gogh, miskend? Dat beeld mag wel eens worden bijgesteld. Toegegeven, tijdens zijn leven verkochten Vincents schilderijen nauwelijks. Maar vakgenoten waardeerden ze wel degelijk en in 1888 volgden de media. Moderne Franse en Nederlandse schilders vonden inspiratie in zijn werk.

Wie waren zij? En wat zagen zij in Vincent?

Hoe verklaren we De zaaier anders dan vanuit het idee over de noodzakelijke komst van een verlosser, zaaier van de waarheid, die de slechte toestand van onze kunst zal verbeteren…


Kunstcriticus Albert Aurier in Mercure de France, januari 1890

Als een van de eersten schreef de Franse kunstcriticus Aurier lovend over Vincents werk. Hij roemde de expressie van kleur en toets maar vooral de symbolische uitdrukkingskracht. Precies die elementen – symboliek, kleur en penseelstreek – trokken de aandacht van jonge kunstenaars.

Zonneschijven

De kunstcriticus Albert Aurier (1865-1892)

Zonneschijven

‘Luchten van gesmolten metalen en kristallen die nu en dan draaiende gloeiende zonneschijven afschieten’.

En:‘Cipressen die hun nachtmerrieachtige, vlammende zwarte silhouetten tonen’.

Zo beschreef Aurier zijn associaties bij ‘het vreemde, intense en koortsachtige werk van Vincent van Gogh’.

Herinnering

Cipressen met twee figuren, 1889-1890, Kröller-Müller Museum

Herinnering

Vincent zelf reageerde verrast op Auriers lofrede: hij was hem dankbaar, maar voelde zich ook een beetje opgelaten. Hij schreef:

‘Ik zal een studie van cipressen bijvoegen in de volgende zending aan mijn broer, als je me het plezier wilt doen die te accepteren als een herinnering aan je artikel.’

Vincents exposities

In maart 1888 exposeerde Vincent drie schilderijen op de Salon des Indépendants: de jaarlijkse tentoonstelling van vernieuwende kunst − ‘onafhankelijk’ van de traditionele academische Salon. Daarop volgde de allereerste, wat zuinige recensie:

‘Meneer Van Gogh penseelt energiek grote landschappen, zonder veel aandacht voor de waarde en de exactheid van zijn tonen.’

Gustave Kahn, in La Revue Indépendante, april 1888

Meer kleur

Vincent van Gogh, Irissen, 1889, J. Paul Getty Museum

Meer kleur

Voor de Salon des Indépendants van 1889 koos Vincent twee werken met meer kleurcontrast. Broer Theo verruilde er één voor de Irissen, ‘dat van een afstand in het oog springt’.

Het jaar erop raakte Vincent vlak voor de inzenddatum in een crisis. Theo vulde de selectie van zijn broer aan met kleurige werken, waarvan hij hoopte dat ze goed in de markt lagen.

Mede-exposant Paul Gauguin vond Vincents schilderijen ‘het meest voortreffelijke’ van de tentoonstelling. De oudere schilder Claude Monet raakte geïnspireerd – althans, zo zou je denken bij het schilderij De vier bomen, dat hij het jaar erop maakte.

Vincent van Gogh, Bloeiende boomgaard met gezicht op Arles, 1888, Neue Pinakothek, München
Claude Monet, De vier bomen, 1891, The Metropolitan Museum of Art, New York

Omslag van 'La Vogue'

Ook de pers reageerde positief. ‘Meneer Van Gogh is een vermakelijk colorist…’ schreef Félix Fénéon in La Vogue en een andere kunstcriticus voegde eraan toe dat ‘vooral zijn werken de aandacht trokken van het publiek '.

In 1889 werd Vincent uitgenodigd als exposant bij de vooruitstrevende Belgische kunstenaarsgroep Les XX (De Twintig).

Vincent stemde zes schilderijen in kleur op elkaar af rond het thema van de seizoenen, voor een ‘licht gevarieerd kleureffect’. ‘Voor de Twintigers ziehier wat ik zou willen exposeren’ instrueerde hij broer Theo vanuit Zuid-Frankrijk.

Boomgaard in bloei

Pendanten van zonnebloemen

De klimop

De rode wijngaard

Tijdens de expositie kocht de schilderes Anna Boch 'Rode wijngaard: Montmajour'. Anders dan vaak gedacht was dit niet de eerste en enige verkoop in Vincents leven. Eerder verkocht hij een portret en een zelfportret, maakte tekeningen en schilderijen in opdracht en ruilde werk met collega-kunstenaars.

Postuum eerbetoon

Kort na Vincents dood in juli 1890 organiseerde de verslagen Theo een herdenkingsexpositie in Parijs − noodgedwongen in zijn eigen woning.

Zo’n 100 schilderijen hingen in de kamers, maandenlang en vrijwel ongezien door het grote publiek. Kunstenaars kwamen wel kijken en journalisten gelukkig ook.

Gezien en geprezen

Vincent van Gogh, De roze boomgaard, 1888

Gezien en geprezen

Ook kunstenaarsvriend Paul Signac organiseerde voorjaar 1891 een postuum eerbetoon aan Vincent, onder meer met De roze boomgaard. Anders dan de expositie in Theo’s appartement werd deze door vele bezoekers gezien − en geprezen in de pers.

Geestdriftig

Vincent van Gogh, De tuin van de inrichting, 1889

Geestdriftig

Schrijver-psychiater Frederik van Eeden kwam Theo behandelen voor zijn depressie. Na het zien van Vincents schilderijen in het appartement schreef hij geestdriftig in De Nieuwe Gids:

‘Van Gogh overdrijft zeer sterk. Hij schildert soms bloed-roode boomen, en grasgroene luchten, saffraangele gezichten. Ik had ze zoo nooit gezien, maar toch begreep ik hem.’

Pleidooi

Vincent van Gogh, Korenveld met kraaien, 1890

Pleidooi

Johan de Meester, correspondent van Algemeen Handelsblad, was onder de indruk van de kleurige schilderijen ‘in de donkere kamers van een onbewoond appartement in Montmartre’.

Hij hoopte maar dat Vincents geboorteland snel notitie zou nemen van ‘een van haar grootste zonen’.

Na de dood van Vincent volgden de Van Gogh-overzichten in Parijs en Brussel elkaar op.

Nederland was nog nauwelijks bekend met zijn werk. Maar enkele Nederlandse kunstenaars keerden vol bewondering uit het buitenland terug en begonnen Vincents schilderijen en tekeningen tentoon te stellen.

Zonnebloem

Richard Roland-Holst, Vincent, omslag catalogus Kunstzaal Panorama, Amsterdam 1892

Zonnebloem

Voor de catalogus van een Amsterdamse Van Gogh-expositie maakte Richard Roland-Holst deze verwelkte zonnebloem, als symbool voor de miskend gestorven kunstenaar.

Toch waarschuwde de kunstenaar om Vincents werk niet te zien als ‘illustratie van zijn droevig levensdrama’, maar als uiting van ‘de sterke wil tot kantige expressie’.

Sublieme kunst

Jan Toorop, Zelfportret, 1883

Sublieme kunst

De schilder-tekenaar Jan Toorop legde contact met Theo’s weduwe Jo, die Vincents nalatenschap beheerde. Zij leende hem zo’n 90 schilderijen en tekeningen voor een expositie in Den Haag.

Critici én publiek waren enthousiast. Een student: ‘Van spot geen spoor. Terecht. God wat een sublieme kunst is hier te zien! Wat ’n kleur, wat ’n gloed, wat ’n zon!’

Verkoopexposities

Label van Kunstzalen Oldenzeel, Rotterdam

Verkoopexposities

Een kunsthandel in Rotterdam hield in 1892 verkoopexposities, onder meer met tekeningen van Vincent.

Verslaggever Johan de Meester was ter plaatse en voorspelde dat Vincent in de toekomst niet zozeer als schilder, maar als tekenaar geliefd zou blijven.

Sommige kunstenaars hadden moeite met Vincents kleurige werk; vooral de Haagse School-schilders met hun grijzige tonen.

Een recensente schreef over ‘onze artisten die geen verwantschap voelen met Vincent. De kunst van Van Gogh is lijnrecht in strijd met het Hollandsche karakter.’

Japan in Parijs

In Nederland zagen niet alle kunstenaars iets in Vincent van Gogh. Dat lag anders in Parijs. Sommigen namen letterlijk zijn werk tot voorbeeld.

Anderen bewonderden meer zijn symboliek. Zoals Bonnard en Vuillard, die net als Vincent vormen vereenvoudigden in de stijl van een Japanse prent − of Denis en Redon, die vooral een ‘idee’ schilderden.

Uitzicht

Pierre Bonnard, Montmartre in de regen, 1897, Van Gogh Museum, Amsterdam (c/o Pictoright Amsterdam)

Uitzicht

Pierre Bonnard liet zich − net als Vincent − door Japanse houtsneden inspireren. Zo schilderde hij het uitzicht van zijn zolderatelier in de wijk Montmartre.

Dat vreemde perspectief, die vlakverdeling en zulke silhouetten in een verlichte straat kun je ook op een houtsnede tegenkomen.

Zo mooi als in Japan

Vincent van Gogh, De slaapkamer, 1888

Zo mooi als in Japan

Vincent had in Arles gezocht naar onderwerpen ‘zo mooi als in Japan’. De slaapkamer schilderde hij bewust ‘vlak’, zo schreef hij zijn broer Theo, en hij had alle schaduwen weggelaten om het schilderij zoveel mogelijk op Japanse prenten te laten lijken.

Édouard Vuillard zag samen met zijn vriend Bonnard het werk van Vincent bij kunst- en verfhandelaar Julien Tanguy. Er hingen ook Japanse prenten, zijn andere inspiratiebron.

Anders dan Vincent schilderde Vuillard vooral interieurs en gebruikte hij daarbij foto’s als basis.

Zonder diepte

Augustine Roulin (La berceuse), 1889, Stedelijk Museum, Amsterdam

Zonder diepte

In Arles had Vincent zijn vriendin madame Roulin zo plat geschilderd als in een Japanse prent, met effen vormen afgewisseld door bloempatronen. Zonder diepte krijgen kleur en vorm een eigen relatie, los van de werkelijkheid.

Decoratief

Edouard Vuillard, De bof, 1892-1893

Decoratief

De vrouw in de kamer is Vuillards zus Marie, met wie de schilder en zijn moeder een appartement deelden in Parijs. Marie heeft de bof, zo blijkt uit de lap om haar hoofd.

Vuillard creëerde een decoratief beeld met vlakken en patronen: een effect dat hij zelf bewonderde in Vincents werk.

Vuillards moeder in het appartement

Dit fotografische doorkijkje toont Vuillards moeder in dezelfde kamer als de geschilderde Marie, vanuit een vergelijkbaar gezichtspunt.

Vuillard liet zich vaak inspireren door onverwachte uitsneden van de foto’s uit zijn Kodak-camera, die zijn moeder voor hem afdrukte en fixeerde in een soepbord.

Maurice Denis was een groot Van Gogh-bewonderaar, maar in zijn werk zie je weinig directe invloed. Denis vereenvoudigde de natuur om een idee vorm te geven, terwijl Vincent de natuur met emotie ‘versterkte’.

Ook Denis’ schildervriend Odilon Redon was vol respect voor Vincents werk − al verkende hij zelf ook het bovennatuurlijke.

Bloesem met boeddha

Zou dit toeval zijn? Of had Redon hier Vincents Amandelbloesem in gedachten? Ook Redon putte uit de natuur, maar gaf er een meer spirituele invulling aan: onder zijn bloesemboom zit een Boeddhafiguur.

Odilon Redon, De rode boom, 1905
Vincent van GoghAmandelbloesem, 1890)
Temperament

Maurice Denis, De Emmaüsgangers, 1894

Temperament

Het sprak Denis aan dat Vincent ‘de natuur zo goed als hij kon ontvluchtte met de bovenmatige groei van zijn temperament’. Hij doelde op Vincents overdrijving van natuurlijke vormen en kleuren, omwille van de expressieve kracht.

Ware kunst ligt in een werkelijkheid die gevoeld wordt.


Odilon Redon

Kleuren met een eigen leven

In een Parijse galerie vol Van Gogh-schilderijen ontmoetten schildervrienden André Derain en Maurice De Vlaminck in 1901 hun oudere vakgenoot Henri Matisse.

Alle drie raakten ze geïnspireerd door de late stijl van Vincent: de stijl van het zonnige Zuid-Frankrijk, met onrealistische kleuren in grove penseelstreken.

Bijna religieus

Een vreemd perspectief en abrupte afsnijdingen zijn elementen die De Vlaminck kende van Vincents schilderijen. ‘Ik vond bij hem het een en ander terug waar ik zelf op uit was … een bijna religieus gevoel van de natuur interpreteren.’

Vincent van GoghGezicht op een slagerswinkel, 1888)
Maurice de Vlaminck, De Seine bij Nanterre, 1906-1907, Van Gogh Museum, Amsterdam (c/o Pictoright Amsterdam)
Eigen leven

Wilde Vincent met kleur emotie uitdrukken, bij Derain en zijn vrienden kregen kleuren meer en meer een zelfstandig bestaan. Daarbij ging het ook om de onderlinge verhouding en compositie.

Vincent van GoghVissersboten op het strand van Les Saintes-Maries-de-la-Mer, 1888)
Andre Derain, Vissersboten, Collioure, 1905, The Museum of Modern Art, New York / Scala, Florence (c/o Pictoright Amsterdam)

Najaar 1905 exposeerden Derain, De Vlaminck en Matisse op de Parijse Herfstsalon, samen met de Nederlander Kees van Dongen.

Hun zaal kreeg de spotnaam cage aux fauves (wilde-dierenkooi), vanwege het woeste kleur- en materiaalgebruik. De exposanten heetten voortaan ‘fauvisten’.

Wisselwerking

Matisse experimenteerde met verschillende stijlen uit Vincents oeuvre, van losse vlekjes tot vlakken met contouren. Juist de wisselwerking tussen grafisch en schilderachtig trok Matisse in het werk aan. Beide kunstenaars schilderden als tekenaars en omgekeerd.

Henri Matisse, Vrouw in het groen, 1909, Hermitage, Sint-Petersburg (c/o Pictoright Amsterdam)
Vincent van Gogh, Augustine Roulin (La berceuse), 1889, Stedelijk Museum, Amsterdam
Gevoelswaarde

De Rotterdammer Kees van Dongen kwam in 1899 in Parijs wonen. Geïnspireerd door Vincent én zijn eigen schildervrienden ging hij sterke contrasten toepassen. Anders dan zijn mede-fauvisten gaf Van Dongen zijn kleuren ook gevoelswaarde – net als Vincent had gedaan. Zo wilde hij met felle tinten ‘de felheid van het leven’ weergeven.

Kees van Dongen, De blauwe japon, 1911, Van Gogh Museum, Amsterdam (c/o Pictoright Amsterdam 2017)
Vincent van GoghDe zoeaaf, 1888)

Die dag hield ik meer van Van Gogh dan van mijn vader.


Maurice de Vlaminck, 1901

Een feest van kleur en toets

Jan Sluijters en Leo Gestel zaten samen op de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Daar hadden de docenten weinig op met Vincent van Gogh.

Gelukkig raakten de twee vrienden via andere wegen door hem geboeid, in eerste instantie vooral door zijn Parijse schilderstijl in heldere kleuren en korte penseelstreken.

Met een academische prijs op zak vertrok Jan Sluijters in 1905 naar Parijs. Daar zag hij Vincents overzichtstentoonstelling én werk van de fauvisten. Sluijters dompelde zich onder in het kleurenfeest en leefde zich uit in moderne stijlen.

En zijn beurs? Die werd stopgezet vanwege ‘een valsch streven naar gewilde nieuwe kleurstemmingen’.

Kleurtegenstellingen

Rond 1912 portretteerde Sluijters Salomon Wolff Beffie, met sterkere kleurtegenstellingen dan toen hij net in Parijs was. Vincents Parijse portret is qua kleur nog wat voorzichtig. Pas in Zuid-Frankrijk kwam hij tot krachtige contrasten.

Jan Sluijters, Salomon Beffie, 1912 (c/o Pictoright Amsterdam)
Vincent van GoghPortret van Etienne-Lucien Martin, 1887)
Hollanders in Parijs

Toen Vincent in 1886 in Parijs arriveerde, moet hij hetzelfde hebben ervaren als Sluijters twintig jaar later: met hun sobere Hollandse palet stapten ze in een wereld vol kleur.

Jan Sluijters, Pinksterfeest op de brug, 1906 (c/o Pictoright Amsterdam)
Vincent van GoghImpasse des Deux Frères, 1887)

Leo Gestel maakte al jong kennis met Vincents werk, via een oom die in Nuenen nog met hem had samengewerkt.

Gestels stijlontwikkeling volgde die van Vincent: na een donkere start probeerde hij het licht te vangen in losse verftoetsen. En gaandeweg werd ook bij hem het kleurgebruik steeds spiritueler.

Lichtvlekjes

Kun je zonlicht schilderen? Deze landschappen suggereren van wel. Gestel ontleedde het licht in talloze dansende kleurvlekjes. Jaren eerder deed Vincent iets vergelijkbaars in Bos met kreupelhout, maar zijn tinten bleven dichter bij de natuur.

Leo GestelHerfstdag, 1909)
Vincent van GoghBos met kreupelhout, 1887)

De profetie uitgekomen

De kunstcriticus Aurier had het juist voorspeld. Vincent wás een verlosser en grote vernieuwer van de kunst. Velen na hem heeft hij iets van zichzelf gegeven: de symboliek van zijn vormen, de uitdrukkingskracht van kleur, zijn expressieve penseel.

Hoe dan ook: zonder Vincent had de moderne kunst er anders uitgezien.

...een verlosser, zaaier van de waarheid, die de slechte toestand van onze kunst zal verbeteren…


Albert Aurier, Mercure de France, januari 1890

Verhalen