20 december 2016
Onlangs kocht het Van Gogh Museum op de Impressionist & Modern Art Evening Sale van veilinghuis Christie’s New York een werk van Van Goghs tijdgenoot Paul Signac (1863-1935): Het ‘Ponton de la Félicité’ bij Asnières (Opus nr. 143), 1886.
Signac verbeeldde de oevers van de Seine bij Asnières in frisse complementaire kleuren in de voor die tijd revolutionaire pointillistische techniek. Georges Seurat was de grondlegger van deze vernieuwende schildertechniek waarbij de voorstelling wordt opgezet in losse stippen en streepjes in ongemengde, contrasterende kleuren. Verschillende neo-impressionistische schilders waaronder Signac maakten zich deze techniek in navolging van Seurat eigen.
Vincent van Gogh woonde tussen 1886 en 1888 in Parijs en zal het werk in 1887 gezien hebben op de Salon des Indépendants, destijds de belangrijkste tentoonstelling voor moderne kunst en het neo-impressionisme in het bijzonder. Van Gogh en Signac schilderden allebei regelmatig in het Franse Asnières, even buiten Parijs. Met de aankoop van dit werk van een invloedrijke tijdgenoot is het Van Gogh Museum een schilderij rijker waarmee het de context kan tonen waarin Van Gogh zich in Parijs als schilder ontwikkelde. Het werk is vanaf 22 december 2016 te zien in de vaste collectie in het Rietveldgebouw op de eerste verdieping.
Signac als groot voorbeeld
Van Gogh en Signac ontmoetten elkaar voor het eerst in 1887 en waren allebei regelmatig te vinden aan de oevers van de Seine bij Asnières. Signac memoreerde later dat hij Van Gogh daar weleens tegenkwam. Van Gogh raakte gefascineerd door Signacs vrije en ondogmatische toepassing van de pointillistische techniek, zijn gebruik van heldere complementaire kleuren en keuze voor moderne onderwerpen. Hoewel Van Gogh slechts enkele werken maakte in die zuivere pointillistische techniek, werd deze manier van schilderen de basis voor zijn kenmerkende stijl waarbij hij composities opzette in naast elkaar geplaatste korte, expressieve streepjes. Ook Van Goghs voorliefde voor heldere veelal complementaire kleuren is ontstaan in zijn Parijse periode en is sterk beïnvloed door Signac. Diens invloed is goed te zien in Van Goghs Oever van de Seine (1887) en De brug bij Courbevoie (1887), twee werken die de komende maanden zij aan zij met Het ‘Ponton de la Félicité’ bij Asnières (Opus nr. 143) te bewonderen zijn. Over de invloed van Paul Signac op de ontwikkeling van Van Goghs werk, zei bevriend kunstenaar Emile Bernard: “Hij [Van Gogh] was toen al bezig "zijn palet te veranderen"; en experimenteerde, op aanraden van Signac, met een vrije vorm van divisionisme.” Destijds gebruikte men de term divisionisme om pointillisme mee aan te duiden.
Het ‘Ponton de la Félicité’ bij Asnières (Opus nr. 143)
Signac schilderde dit riviergezicht in 1886 aan de oevers van de Seine bij Asnières. Een semi-geïndustrialiseerd stadje onder de rook van Parijs waar de gegoede burgerij uit de grote stad regelmatig naartoe toog voor vermaak op en aan het water. Dit spanningsveld tussen enerzijds de industriële ontwikkeling en anderzijds het vertier van de rijkeren, fascineerde Signac evenals menig ander kunstenaar. Vanaf de oevers van de Seine schilderde hij de aanlegsteiger van La Félicité, een bekende stoomboot voor pleziervaart. Rechts in de voorstelling plaatste hij een gassilo, als teken van de industrialisering. Dat Signac tevreden was met het schilderij blijkt uit het feit dat hij het inzond voor de Salon des Indépendants van 1887. Daar zal ook Van Gogh het werk gezien hebben.
Uitbreiding museumcollectie
Het Van Gogh Museum presenteert in de vaste opstelling het verhaal van het leven en werk van Vincent van Gogh. Om beter inzicht te geven in de ontwikkeling van Van Gogh toont het museum behalve Van Goghs eigen werk, ook werken van invloedrijke tijdgenoten, evenals voorgangers en navolgers.
In Parijs nam de artistieke ontwikkeling van Van Gogh een vlucht. Zijn kleurgebruik, zijn schildertechniek als ook zijn onderwerpkeuze, veranderden in rap tempo. Kunstenaars als Georges Seurat en Camille Pissarro waren van grote invloed op zijn ontwikkeling, en Paul Signac was één van zijn belangrijkste voorbeelden in die tijd. Tot nu toe zat er één schilderij van Signac in de collectie van het museum, te weten Spoorwegknooppunt bij Bois-Colombes (1885-1886). Omdat dit schilderij nog in de impressionistische stijl geschilderd is, illustreert het onvoldoende de invloed van Signacs werk en stijl op de ontwikkeling van Van Gogh. Met de aankoop van het doek Het ‘Ponton de la Félicité’ bij Asnières (Opus nr. 143), kan het museum nu heel goed het verhaal over het belang van Signac vertellen. Het werk is vanaf 22 december 2016 permanent te zien op de eerste verdieping van het Rietveldgebouw in de nabijheid van de werken van Seurat, Pissarro en andere tijdgenoten.
Maatschappelijke waarde cultureel erfgoed
De aankoop van dit belangrijke werk, is mede mogelijk gemaakt door de genereuze steun van de deelnemers van de BankGiro Loterij, Vereniging Rembrandt (mede dankzij haar Claude Monet Fonds, Het Liesbeth van Dorp Fonds en Themafonds 19de-eeuwse Schilderkunst), het Mondriaan Fonds en de leden van The Yellow House (het vriendennetwerk van het museum).
Deze steungevers onderschrijven de grote maatschappelijke waarde van cultureel erfgoed, het behoud ervan en het toegankelijk maken en houden voor een breed Nederlands en internationaal publiek. Met dit eerste pointillistische schilderij van Signac in de collectie van het Van Gogh Museum is een belangrijke lacune gevuld. Ook de groep schilderijen van Signac in de Collectie Nederland is met deze aankoop verrijkt.